vrijdag 2 december 2011

Toepassingskaart 1: Zelfanalyse


Zelfanalyse 1: 2 december 2012

1. Beschrijf welke invloeden en achtergronden jou hebben gevormd tot de persoon die je nu bent. Denk aan identiteitsbepalende factoren als je opvoeding, culturele positie, sociaal-economische positie, politieke voorkeur, etc.
Ik ben opgegroeid in Katwijk. Ik heb op de enige katholieke school in Katwijk gezeten. Daarna ben ik naar het Rijnlands Lyceum in Oegstgeest gegaan. Ik ben niet opgegroeid met kinderen uit andere culturen. De getinte leerlingen die bij mij op school zaten waren geadopteerd of hadden een buitenlandse vader of moeder. Tegenwoordig woon ik in een flat met mijn vriend waar wij buren hebben uit Turkije, Marokko en Joegoslavie. Wij kunnen het goed met hen vinden maar bij elkaar over de vloer komen doen we niet echt. Mijn familie bestaat uit reizigers. Mijn moeder is geboren op La Réunion omdat mijn opa daar een fabriek had. Toen mijn moeder een paar jaar was zijn zij naar België verhuisd. Mijn moeders familie woont nog steeds in België. Mijn oom is getrouwd met een vrouw uit Chili toen hij daar werkte. Mijn opa woont in de zomer in Frankrijk en in de winter in Indonesië. Ook mijn ouders reizen regelmatig maar zijn dan na een paar weken weer terug. Soms mogen mijn broer en ik mee. Mijn broer heeft een jaar in Oklahoma gewoond en zit momenteel in Curacoa. Ook heb ik nog familie in Australië en Nieuw-Zeeland. Deze reislust heeft mij ook beinvloed want ik ga mijn minor in Nicaragua doen. Ik ben opgevoed door mijn ouders en zij hebben er altijd nadruk op gelegd dat ik respect moet hebben voor andere mensen, culturen en geloven. Zij hebben mij wel altijd verteld dat sommige geloven en culturen anders tegenover vrouwen staan dan de westerse cultuur. Dit is mij wel altijd bijgebleven.

2. Met welke sociale groep (of groepen) identificeer je je momenteel het meest? (bijv. familie, leeftijdsgenoten uit de wijk waar je woont, studentenvereniging, uitgaans-scene, hockeyteam, etc.)
Ik identificeer mij momenteel het meest met mijn moeder. Ik vind dat mijn moeder op een hele goede manier in het leven staat. Zij is een wereldwijze hele sterke vrouw. Mijn familie en de reislust is ook iets waar ik mij mee identificeer. Familie is heel erg belangrijk voor mij. Ik zie ze niet zo vaak maar toch is de band sterk. Ook identificeer ik mij met mijn leeftijdgenoten. Ik vind het prettig om op de Hogeschool te zitten en les te krijgen in groepsverband. Ik leer veel van anderen. Ook identificeer ik mij met de mensen uit de flat waarin ik woon. Mijn flat is het perfecte voorbeeld van multicultureel wonen. Nederlanders, Turken, Marokkanen, Somaliers en Joegoslaven wonen in dezelfde flat en het is altijd gezellig. Heerlijke geuren vullen rond etenstijd de gangen en dat zijn geen aardappels, boontjes en gehaktballen die ik ruik!

3. Welke voor jou geldende specifieke achtergronden (zie vraag 1) zouden - denk je - van invloed kunnen zijn op jouw lesgeven?
Ik sta erg open voor andere geloven en culturen. Ik ben er ook altijd erg nieuwsgierig naar. Ik probeer dit over te brengen op de kinderen uit mijn klas. Vorig jaar had ik een erg multiculturele klas en ik heb hier veel van geleerd. Ook vond ik het erg mooi om te zien hoeveel respect de kinderen voor elkaar hebben. Ik heb veel les over verschillende culturen gegeven en ik heb de kinderen verhaal laten doen. Dit jaar loop ik stage op een 'witte' school. Deze kinderen weten niet veel over andere culturen en dat probeer ik ze zoveel mogelijk bij te brengen.

4. In hoeverre kan je jouw pedagogisch-didactisch handelen beschouwen als transcultureel?
Dit jaar loop ik stage op een 'witte' school in Voorburg en hier hoef ik (bijna) geen rekening te houden met cultuurverschillen. Vorig jaar heb ik wel een multiculturele stageklas gehad. Daar heb ik veel gesprekken en lessen gegeven over verschillende culturen. Ook heb ik de leerlingen zo veel mogelijk laten vertellen wat hun geloof of cultuur inhoudt. Dit jaar vertel ik mijn leerlingen wel over de verschillende culturen. Hier zou ik wel wat meer mee kunnen doen.

a. Heb je een open leefhouding waarbij je andere waarden en normen niet alleen respecteert, maar ook accepteert?
Dit heb ik zeker. Ik ben heel erg nieuwsgierig aangelegd dus ben altijd erg geinteresseerd in andere geloven en culturen dan de cultuur en het katholieke geloof waar ik in ben opgegroeid. Mijn ouders zijn altijd heel vrij geweest met het geloof en wij geloven in een 'god' maar doen dat op onze eigen manier. Ik accepteer dat iedereen op zijn eigen manier gelooft en vind dat ook zeer interessant.

b. Ben je in staat cultuurverschillen te overbruggen?
Ik ben absoluut in staat cultuurverschillen te overbruggen tussen de leerlingen. Ik vertel ze en geef ze het voorbeeld dat je respect hebt voor elkaar en dat verschillen juist leuk zijn. Door gesprekken en presentaties van leerlingen over hun levensstijl leren de leerlingen elkaar beter begrijpen en zien zij de verschillen en overeenkomsten.

c. In hoeverre ben je in staat leerlingen te begeleiden bij hun culturele identiteitsvorming?
Ik weet van alle geloven en culturen wel een beetje maar kan niet meer dan gesprekken voeren en luisteren naar de kinderen. De ouders zijn het belangrijkst in de culturele identiteitsvorming. Ik kan de kinderen begeleiden in het verwoorden van hun geloof maar niet in het vormen van hun geloof.

5. Denk je dat je een speciale bijdrage kan leveren aan de realisering van interculturele taken van de basisschool? Zo ja, hoe dan?
Ik zou wel een speciale bijdrage willen leveren maar meer dan werken met intercultureel lesmateriaal en het laten verwoorden van de leerlingen wat hun cultuur is kan ik toch niet echt doen. Ik geef graag lessen over andere culturen en ik wil werken, handelen en denken vanuit het gegeven dat Nederland een multiculturele samenleving is.

6. Hoe ziet jouw visie op de huidige maatschappij er nu uit?
Mijn visie op de huidige maatschappij is dat Nederland een multiculturele bevolking heeft. Maar van een samenleving is jammer genoeg nog te weinig te zien. De verschillende leefgemeenschappen zijn sterk naar binnen gekeerd, leven te veel gericht op hun eigen cultuur. Er ontstaat geen samengaan van culturen. Meer en meer leven verschillende culturen naast elkaar in één land, maar dit maakt het nog geen samenleving. 

a. Welke uitdagingen in de samenleving zie je?'
De uitdaging van deze Nederlandse maatschappij is om het tot een echte multiculturele samenleving te maken waarbij iedereen door elkaar woont en met elkaar omgaat.

b. Welke bedreigingen in de samenleving zie je?
De bedreigingen die ik zie in de Nederlandse maatschappij is dat een bevolkingsgroep Nederland over wil nemen en Nederland helemaal verandert. De multiculturele samenleving komt dan nooit maar Nederland zou dan bijvoorbeeld onder dwang Islamitisch worden.

7. Hoe kijk je aan tegen de integratie van allochtone groepen in de samenleving?
Deze integratie gaat niet iedereen zo goed af. Veel allochtone groepen willen namelijk niet integreren. Sommige allochtonen hoeven misschien ook niet te integreren omdat zij in een wijk wonen met mensen van hun eigen cultuur en dat er winkels zijn uit hun eigen cultuur. Zo is het net een klein landje in Nederland. Maar de mensen die wél willen integreren moeten wij zo veel mogelijk helpen. De Nederlandse regering moet geen inburgeringstest maken die zo moeilijk is dat zelfs Nederlanders hem niet kunnen maken.

8. Hoe ervaar je andere religies dan de jou goed bekende?
Ik vind andere religies interessant en wil er graag veel over weten. Zolang iedereen in Nederland nog zelf mag kiezen welke religie hij of zij zich bij aansluit ervaar ik andere religies in Nederland als gelijke dan de religies die ik goed ken.

9. Hoeveel vrienden / kennissen met een andere culturele -en/of buitenlandse achtergrond heb je?
Mijn hele familie bestaat uit Katholieken en Protestanten dus wij zijn allemaal christenen. Ik heb wel veel familie in het buitenland. Vrienden met een andere culturele achtergrond heb ik niet echt. Wel een aantal kenissen.

10. Welke invloed hebben gesprekken met kinderen en ouders met andere culturele achtergronden op jou gehad?
Deze gesprekken hebben mijn nieuwsgierigheid aangewakkerd. Ik interesseer mij in andere culturen en verdiep mij hier ook in. Een andere invloed die deze gesprekken hebben gehad is begrip, respect en acceptatie van deze culturen. Ik zie overeenkomsten en verschillen en kan hier goed mee omgaan.

Zelfanalyse 2: 28 januari 2012

1. Beschrijf welke invloeden en achtergronden jou hebben gevormd tot de persoon die je nu bent. Denk aan identiteitsbepalende factoren als je opvoeding, culturele positie, sociaaleconomische positie, politieke voorkeur, etc.
Deze invloeden en achtergronden blijven uiteraard hetzelfde. Die zijn niet veranderd in de afgelopen twee maanden.

2. Met welke sociale groep (of groepen) identificeer je je momenteel het meest? (bijv. familie, leeftijdsgenoten uit de wijk waar je woont, studentenvereniging, uitgaansscene, hockeyteam, etc.)
Deze sociale groepen blijft ook hetzelfde. Familie, vrienden, collega’s en de mensen uit mijn flat zijn nog steeds diegenen waar ik mij mee identificeer.

3. Welke voor jou geldende specifieke achtergronden (zie vraag 1) zouden - denk je - van invloed kunnen zijn op jouw lesgeven?
Dit thema heeft mij veel geleerd over andere culturen. Het boek ‘Van alles wat meenemen’ en ‘Nederlands als tweede taal in het basisonderwijs’ hebben mij veel bijgebracht over hoe ik het best kan omgaan met leerlingen die Nederlands als tweede taal leren en hoe kinderen uit verschillende culturen en landen zijn opgevoed. Deze boeken hebben mijn mening niet bijgesteld maar hebben er voor gezorgd dat ik meer van deze onderwerpen af weet.

4. In hoeverre kan je jouw pedagogisch-didactisch handelen beschouwen als transcultureel?
Ik weet nu precies per veelvoorkomende cultuur hoe de kinderen ongeveer opgevoed worden en wat het beeld van de ouders is over de Nederlandse maatschappij. Dit helpt mij om in de toekomst transcultureel les te geven. Dit is op deze stageschool (helaas) niet nodig.

a. Heb je een open leefhouding waarbij je andere waarden en normen niet alleen respecteert, maar ook accepteert?
Dit heb ik zeker. Ik ben heel erg nieuwsgierig aangelegd dus ben altijd erg geïnteresseerd in andere geloven en culturen dan de cultuur en het katholieke geloof waar ik in ben opgegroeid. Mijn ouders zijn altijd heel vrij geweest met het geloof en wij geloven in een 'god' maar doen dat op onze eigen manier. Ik accepteer dat iedereen op zijn eigen manier gelooft en vind dat ook zeer interessant.

b. Ben je in staat cultuurverschillen te overbruggen?
Ik ben absoluut in staat cultuurverschillen te overbruggen tussen de leerlingen. Ik vertel ze en geef ze het voorbeeld dat je respect hebt voor elkaar en dat verschillen juist leuk zijn. Door gesprekken en presentaties van leerlingen over hun levensstijl leren de leerlingen elkaar beter begrijpen en zien zij de verschillen en overeenkomsten. Zeker nu ik zelf goed voor ogen heb wat de verschillen en overeenkomsten zijn kan ik dit goed overbruggen.

c. In hoeverre ben je in staat leerlingen te begeleiden bij hun culturele identiteitsvorming?
Ik weet van alle geloven en culturen wat basisinformatie maar kan niet meer dan gesprekken voeren en luisteren naar de kinderen. De ouders zijn het belangrijkst in de culturele identiteitsvorming. Ik kan de kinderen begeleiden in het verwoorden van hun geloof maar niet in het vormen van hun geloof.

5. Denk je dat je een speciale bijdrage kan leveren aan de realisering van interculturele taken van de basisschool? Zo ja, hoe dan?
Ik zou wel een speciale bijdrage willen leveren maar meer dan werken met intercultureel lesmateriaal en het laten verwoorden van de leerlingen wat hun cultuur is kan ik toch niet echt doen. Ik geef graag lessen over andere culturen en ik wil werken, handelen en denken vanuit het gegeven dat Nederland een multiculturele samenleving is.

6. Hoe ziet jouw visie op de huidige maatschappij er nu uit?
Mijn visie op de huidige maatschappij is dat Nederland een multiculturele bevolking heeft. Maar van een samenleving is jammer genoeg nog te weinig te zien. De verschillende leefgemeenschappen zijn sterk naar binnen gekeerd, leven te veel gericht op hun eigen cultuur. Er ontstaat geen samengaan van culturen. Meer en meer leven verschillende culturen naast elkaar in één land, maar dit maakt het nog geen samenleving.

a. Welke uitdagingen in de samenleving zie je?'
De uitdaging van deze Nederlandse maatschappij is om het tot een echte multiculturele samenleving te maken waarbij iedereen door elkaar woont en met elkaar omgaat.

b. Welke bedreigingen in de samenleving zie je?
De bedreigingen die ik zie in de Nederlandse maatschappij is dat een bevolkingsgroep Nederland over wil nemen en Nederland helemaal verandert. De multiculturele samenleving komt dan nooit maar Nederland zou dan bijvoorbeeld onder dwang Islamitisch worden.

7. Hoe kijk je aan tegen de integratie van allochtone groepen in de samenleving?
Deze integratie gaat niet iedereen zo goed af. Veel allochtone groepen willen namelijk niet integreren. Sommige allochtonen hoeven misschien ook niet te integreren omdat zij in een wijk wonen met mensen van hun eigen cultuur en dat er winkels zijn uit hun eigen cultuur. Zo is het net een klein landje in Nederland. Maar de mensen die wél willen integreren moeten wij zo veel mogelijk helpen. De Nederlandse regering moet geen inburgeringtest maken die zo moeilijk is dat zelfs Nederlanders hem niet kunnen maken.

8. Hoe ervaar je andere religies dan de jou goed bekende?
Ik vind andere religies interessant en wil er graag veel over weten. Zolang iedereen in Nederland nog zelf mag kiezen welke religie hij of zij zich bij aansluit ervaar ik andere religies in Nederland als gelijke dan de religies die ik goed ken.

9. Hoeveel vrienden / kennissen met een andere culturele -en/of buitenlandse achtergrond heb je?
Mijn hele familie bestaat uit Katholieken en Protestanten dus wij zijn allemaal christenen. Ik heb wel veel familie in het buitenland. Vrienden met een andere culturele achtergrond heb ik niet echt. Wel een aantal kennissen.

10. Welke invloed hebben gesprekken met kinderen en ouders met andere culturele achtergronden op jou gehad?
Deze gesprekken hebben mijn nieuwsgierigheid aangewakkerd. Ik interesseer mij in andere culturen en verdiep mij hier ook in. Een andere invloed die deze gesprekken hebben gehad is begrip, respect en acceptatie van deze culturen. Ik zie overeenkomsten en verschillen en kan hier goed mee omgaan. Na het lezen van ‘Van alles wat meenemen’ herken ik veel dingen terug uit de leerlingen en hun ouders die ik vorig jaar in mijn stageklas had. Ineens vallen er dingen op zijn plaats en doorzie ik wat meer dingen.

Veel dingen zijn in analyse 1 en analyse 2 niet echt veranderd. Dit heb ik dan ook niet aangepast.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten